Plastisch getal

Het plastisch getal en de gulden snede
De gulden snede: het getal phi, de gouden ratio 0.618 speelt een belangrijke rol in het leven van Dom Hans van der Laan. De gulden snede is de verhouding die niet alleen vaak in kunst terugkomt, maar ook bij bouwers, beursanalisten, componisten en in de natuur: een espenblad, een zeester en ook bij de mens zelf. Het zit zelfs in ons DNA. Veel mensen zien de gulden snede dan ook als een vorm van de ultieme schoonheid.

Voor architecten gaat de gulden snede niet ver genoeg, omdat hij slechts iets zegt over één-dimensionale verhoudingen. De architectuur werkt echter met 2d en 3d. Van der Laan zag ook de zwakke kant: de theorie voor de gulden snede was volgens hem gemaakt voor het platte vlak.

Van der Laan was niet geïnteresseerd in de afmetingen van de ruimtes zelf, maar in wat de verhouding tussen de afmetingen teweeg bracht bij de mens. Hij maakte daarbij ook gebruik van andere verhoudingen dan de gulden snede. Dom Hans van der Laan ontwikkelde een eigen matenstelstel wat de ruimtelijke verhoudingen tussen lijnen, vlakken en volumes weergeeft. Dit stelsel resulteerde uiteindelijk in een ‘plastisch getal’. P = plastische getal = 1,324718. Dit getal zegt iets over de verhouding van dikte, lengte en breedte van onderdelen ten opzichte van elkaar.

Het plastische getal is een ontwerpprincipe, zoals de reeks van Fibonacci, de gulden snede en de leer van de Symmetrie. Het plastische getal vindt zijn oorsprong in de manier waarop wij ruimte ervaren. Dom van der Laan zei daarover: “Je kunt pas zien hoe groot iets is, als je het ziet in verhouding tot iets anders. De grootte van een boom kun je pas inschatten als je deze in en ruimte naast een andere boom ziet.”

Dom Hans van der Laan was steeds op zoek naar de verhouding tussen binnen en buiten, tussen de natuur en cultuur, tussen lengte en breedte.

Vorige pagina